Zoals elke crisis biedt corona de gelegenheid evidenties in vraag te stellen. De pandemie brengt de focus op ons zorgsysteem. Wat moet er anders in de zorg van de toekomst? CEO Jan Flament en hoofdarts dr. Jos Opheide van Ziekenhuis Geel geven hun visie.
Zorgmodel herzien
"De coronapandemie heeft heel duidelijk gemaakt hoe absurd de organisatie van onze zorg is," vindt Flament. "Wat daarbij opvalt, is het onlogische financieringsprincipe. Artsen verdienen afhankelijk van de variabele instroom van zieken. Dit model zorgt ervoor dat artsen met het 'juiste' specialisme tijdens de crisis extra konden factureren, en andere hun inkomsten zagen wegvallen door het uitstel van reguliere zorg. Het is belangrijk dat het verdienmodel van onze zorgverstrekkers uitgezuiverd wordt, zodat het niet meer volledig afhankelijk is van het aanbod van ziekte maar meer op de productie van gezondheid."
Ook op medisch vlak moet de zorg zich aanpassen, zegt Opheide: "Een crisis als deze legt de vinger op de wonde. De bevolking ziet dat we eigenlijk geen antwoord hebben: we hebben geen medicatie die coronapatiënten geneest. Hoe je het ook draait of keert, het is 'maar' een coronavirus, en toch staat de hele wereld stil. Wanneer het over de aanpak van COVID gaat, hebben virologen, epidemiologen en artsen het bijna uitsluitend over het virus. Niemand schijnt zich te verdiepen in het versterken van onze eigen afweer, die verzwakt is door slaapgebrek, stress, vitaminetekort en slechte voeding."
"Vroeger heeft de geneeskunde veel verwezenlijkt door eenvoudig een vreemde stof in het lichaam van de patiënt te brengen om het 'raderwerk' te herstellen. Maar onze geneeskunde voldoet niet meer aan de ziektebeelden waarmee we nu geconfronteerd worden. Het model is niet alleen helemaal voorbijgestreefd, maar ook niet meer werkbaar. Zo'n 80% van onze middelen gaat naar chronische ziekten. Toch is er geen enkele chronische ziekte die onze klassieke geneeskunde succesvol kan behandelen, laat staan genezen. We zouden dus moeten investeren in zorg waarmee we chronische aandoeningen net voorkomen."
Klassieke geneeskunde versus holistische aanpak
"Waar de klassieke geneeskunde in uitblinkt, is de behandeling van symptomen," gaat Opheide verder. "Een voorbeeld is het syndroom X, dat zich uit in slechte vetwaarden in het bloed, hypertensie, diabetes en obesitas. Als je met één van die vier klachten naar je huisarts gaat, dan gaat die die ene klacht apart behandelen. Nochtans weten we dat de onderliggende oorzaak van die vier symptomen de suikerinname is. Als je die inname drastisch vermindert, heb je eigenlijk geen medicatie nodig. Het probleem is dat niemand daar rijker van wordt, integendeel."
Hij heeft een duidelijke visie van de richting die we uit moeten. "In plaats van zich in te graven, moet de geneeskunde durven kijken naar de bevindingen van de wetenschap. We moeten de zorg meer holistisch benaderen door rekening te houden met het totaalplaatje. De kennis van individuele artsen is heel fragmentair – dat is geen belediging, maar een simpel feit. Niemands hersenen zijn in staat om het volledige biochemische plaatje (hormoonspiegel, enzymen, genen, mineralen, bloeddruk, cholesterol...) van de patiënt te omvatten en de verbanden en patronen vast te stellen. Dat kan alleen een computer."
"Veel aandoeningen worden niet gedetecteerd omdat we ze niet (her)kennen. Maar IT zal ervoor zorgen dat we steeds meer data ter beschikking hebben en daar aan de hand van AI ook betekenis aan geven, meer bepaald een accuratere diagnose die op haar beurt leidt tot een betere behandeling. Daar ligt de toekomst van de geneeskunde."
Geïndividualiseerde geneeskunde
"Individuele gezondheidszorg wordt de nieuwe realiteit. Elke patiënt is een unicum met een eigen biochemische individualiteit waarop je moet inspelen. Maar op dit moment zijn we nauwelijks in staat om medicatie te ontwikkelen die succesvol inspeelt op ons biochemisch onevenwicht. Als je ziet hoe veel mensen medicatie nemen en daar uitsluitend de nevenwerkingen van ondervinden, dan is dat choquerend. Wanneer we eindelijk beseffen dat aandoeningen niet één aanwijsbare oorzaak hebben, begrijpen we ook dat een pilletje niet veel verschil zal maken. Wat je wel moet doen, is de verschillende onderliggende factoren zo goed mogelijk neutraliseren."
Flament: "Die individualisering van de zorg moet er ook zijn in het niet-medisch deel van het zorgtraject. We moeten differentiëren via innovatie waardoor – bij manier van spreken – als een tachtigjarige hier toekomt, er iemand aan de deur klaarstaat met een rolstoel, terwijl een vijfentwintigjarige gewoon moet kunnen binnenlopen waarbij zonder interacties diens aanwezigheid herkend en geregistreerd wordt en zichtbaar is voor de arts."
De zorg van de toekomst
Flament concludeert: "Het zorgsysteem staat zowel financieel als maatschappelijk onder druk, en de coronacrisis heeft dit heel zichtbaar gemaakt. Zorgactoren vandaag maken vooral winst op de afgeleide activiteiten van zorg. En tegelijk steken we als individuen meer geld in het preventief onderhoud van onze wagens dan in de preventieve gezondheidszorg voor onze kinderen. We moeten evolueren naar individueel gezondheidsmanagement waarbij we zelf de regie van onze gezondheid voeren maar nét zoals bij onze wagens daarbij kunnen rekenen op – en vertrouwen geven aan – experten en specialisten om ons te begeleiden en adviseren."
"De patiënt zal in de toekomst niet meer voor alles naar het ziekenhuis gaan, maar bijvoorbeeld wel af en toe naar een locatie waar een arts aanwezig is," voorspelt Opheide. "Die arts heeft op zijn computer een IT-systeem dat alle gegevens van de desbetreffende patiënt van bij de geboorte bevat. Op die gegevens wordt AI toegepast, en die geeft aan op welke aandoeningen de patiënt risico loopt, wat er gecheckt moet worden en welk advies de arts moet geven. De dokters van de toekomst zullen IT'ers zijn."
De ingebruikname van innovatieve IT-ondersteuning betekent voor Ziekenhuis Geel dan ook een grote stap in de richting van toekomstbestendige zorg. Met haar elektronisch patiëntendossier wil het ziekenhuis onder meer de zorgprocessen efficiënter maken voor zorgverleners en de patiënt nog beter behandelen.