HiX is waar zorg is. Daarom steken wij ook komend jaar weer veel effort in de optimale ICT-ondersteuning van GGZ-organisaties. In een serie interviews vragen wij prominente personen in de GGZ naar hun laatste innovaties, visie en wensen voor de toekomst. In deze eerste editie: Marijke van Putten van GGZ NHN.
Online behandelingen, telezorg, robotica, big data… Gedreven door een sterk maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel neemt GGZ NHN een voortrekkersrol als het gaat om digitale innovaties. “We denken graag na over hoe dingen anders of beter kunnen.”
Marijke van Putten, psychiater en bestuurder bij GGZ NHN, praat met passie over de uitdagingen van haar organisatie in relatie tot de huidige ontwikkelingen. “We weten allemaal dat de zorgkosten in de hand gehouden moeten worden en dat de arbeidsmarkt de komende jaren slechter wordt. Die dreiging is er al langer. Ook willen wij als GGZ NHN toegankelijk en bereikbaar blijven en onze wachtlijsten beperken. Kortom, genoeg uitdagingen! Daarom houden we scherp de innovaties in andere sectoren in de gaten en kijken we hoe wij die kunnen toepassen in ons vakgebied.”
Beter en efficiënter
Die digitale vernieuwingen moeten volgens Van Putten altijd ten dienste staan van de twee hoofdspeerpunten van GGZ NHN: ambulantisering en herstelgericht werken. “Vernieuwen is nooit een doel op zich, maar een middel om doelen kwalitatief beter of efficiënter te bereiken. Telezorg biedt bijvoorbeeld belangrijke ondersteuning bij intensieve ambulante behandelingen in FACT-teams of Intensive Home Treatment. Door telezorg durven mensen eerder de stap naar huis te maken, wat al heeft geleid tot een forse beddenreductie. Bovendien helpt het bij het opschalen van zorg.”
Geloof in innovaties
De heilige graal van GGZ NHN, met vestigingen in Alkmaar, Heerhugowaard, Schagen, Heiloo, Hoorn en Den Helder, is ‘beter worden doe je thuis’. Van Putten: “Alles wat daaraan bijdraagt, moeten we op z’n minst beoordelen. We investeren in innovaties, omdat we geloven dat ze ons op de lange termijn helpen onze cliënten zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn. In 2004 stelden wij ons bijvoorbeeld de vraag hoe we bepaalde delen van een behandeling online thuis konden aanbieden. Inmiddels bieden we complete behandelingen online aan, ook bij mensen met ernstige klachten.”
Patiënten bereidwillig
Dat de online aanpak van GGZ NHN aanslaat bij de cliënten, merkt Van Putten dagelijks. “De meeste patiënten staan heel bereidwillig tegenover digitale behandelingen. Ze kunnen namelijk zelf indelen wanneer zij welk deel van hun behandeling uitvoeren. Bovendien hoeven ze minder vaak naar onze locatie te komen en kunnen zij 24/7 hulp inroepen via ons digiteam. De zorg wordt dus veel meer afgestemd op de zorgvraag van de patiënt.”
Optimale informatievoorziening
Dat GGZ NHN met die online mogelijkheden een gerede kans maakt op de subsidie die aan het Versnellingsprogramma Informatie-uitwisseling Patiënt en Professional (VIPP) kleeft, is mooi meegenomen. “Maar het gaat ons in de eerste plaats om optimale informatievoorziening. Dat is heel belangrijk, omdat de verwachtingen van patiënten beter en reëler zijn als ze goed geïnformeerd zijn. Daardoor kun je samen met de patiënt betere keuzes maken.”
GGZ NHN als voorloper
GGZ NHN startte jaren geleden, als een van de eerste GGZ-aanbieders, met telezorg. Daarbij praten behandelaar en patiënt via een videoverbinding met elkaar. Van Putten, indertijd directeur innovaties bij de Noordhollandse GGZ-aanbieder: “Ik zag telezorg voor het eerst in een verpleeg- en verzorgingssetting en dacht: als het nuttig is voor ouderen, waarom dan niet voor onze doelgroep? In het begin was niet iedereen enthousiast, maar gaandeweg raakten steeds meer mensen overtuigd. We begonnen met vijftig cliënten, die aparte beeldschermen kregen. Inmiddels voorzien we meer dan 1000 cliënten met ernstige problematiek van telezorg, op hun eigen tablet of laptop.”
Meer uit Big Data
Nu telezorg gemeengoed is, focust GGZ NHN zich de komende tijd meer op onderwerpen als Virtual Reality, robotica en big data. “Daar moeten we meer uit halen”, zegt Van Putten stellig. “We zijn onder meer met universiteiten in gesprek om te bekijken hoe big data ons kan helpen om behandelingen te verbeteren. Bijvoorbeeld door uitkomsten te voorspellen. Je kunt analyses doen op teksten in het EPD en als blijkt dat je bepaalde bewoordingen vaak gebruikt in bepaalde situaties, kun je hier preventief op inspelen. Bijvoorbeeld bij agressieve of suïcidale patiënten..”
Potentie van wearables
Wearables is ook zo’n onderwerp waar Marijke van Putten enthousiast van wordt. “Die worden nog heel beperkt en experimenteel ingezet, maar hebben een enorme potentie. Denk bijvoorbeeld aan de forensische zorg; je kunt wearables met GPS gebruiken om patiënten meer vrijheid te geven of te waarschuwen als zijn een grens dreigen te overschrijden.”
Samenwerking met TU Twente
Om de meerwaarde van robotica te onderzoeken, is GGZ NHN momenteel in gesprek met de hoogleraar Robotica van de Technische Universiteit Twente. “Ook op dat gebied liggen veel kansen. Denk aan een coachende robot, die het gesprek met de patiënt aangaat op het moment dat hij of zij onrustig wordt. Daar gaat een preventieve werking van uit. Wij zetten hier nu de eerste stappen mee, zoals we dat ruim tien jaar geleden ook deden met online behandelingen en telezorg. Wellicht is robotica over tien jaar ook gemeengoed.”
Liefst één platform
Wat voor Van Putten als een paal boven water staat, is dat de rol van ICT en de samenwerking met partners in de regio sterk zal toenemen binnen de geestelijke gezondheidszorg. “Om die reden zijn wij het afgelopen jaar gestart met bijeenkomsten om te kijken hoe we samen met andere organisaties, zoals thuiszorg, verstandelijk gehandicaptenzorg, huisartsen en ziekenhuizen, gebruik kunnen maken van ICT-mogelijkheden. Het liefst maak je vanuit één platform of EPD verbinding met elkaar. Daar denken we nu over na. Kortom, we staan geen moment stil. Je moet je ogen openhouden voor vernieuwingen. Daar wordt de zorg alleen maar beter van.”