Na jaren van PGO-ontwikkelingen, al dan niet ingegeven door VIPP 5, raken deze digitale apps nu meer en meer de praktijk. Innovatieconsultant Vincent van den Berg schijnt in zijn blog z'n licht over de huidige situatie en gaat dieper in op de winstkansen.
We zitten in de touch down-fase. Iedereen vond al iets van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO's), maar bij zo'n landing in de praktijk vindt iedereen er nog véél meer van. Wat dan opvalt, is dat partijen naar elkaar wijzen als bepaalde ontwikkelingen niet vlekkeloos verlopen. Fascinerend.
Het wordt tijd om de rust terug te pakken en de focus weer te leggen op de basis: zorgen dat patiënten hun gegevens kunnen ophalen bij hun zorginstellingen. Als leverancier van het EPD HiX voor veel ziekenhuizen, die veelal in het kader van VIPP 5 aan de gegevensuitwisseling tussen de zorginstelling en de patiënt werken, voelen wij een grote verantwoordelijkheid. Daarom lopen we graag voorop bij de PGO-ontwikkelingen en denken graag met alle betrokkenen mee.
Kip-ei-discussie over PGO
We kunnen wel stellen dat de aanloopfase nu achter ons ligt. De afspraken tussen de PGO's, zorginstellingen en DVZA's worden in de praktijk massaal beproefd en er is een flinke opschaling van het aantal PGO's waaruit patiënten kunnen kiezen. Ondertussen staan diezelfde PGO's nog in de kinderschoenen. Het samenspel tussen enerzijds het opdoen van praktijkervaring en anderzijds de doorontwikkeling van de PGO's zorgt voor wrijving. Daarbij ontstaat er een soort kip-ei-discussie. Was eerst de grote vraag waarom zorginstellingen nog niet aangesloten waren, nu dat massaal gebeurt roepen dezelfde mensen: 'De oplossing is nog niet volwassen, waarom schalen we al zo massaal op?'.
Voor beide standpunten valt iets te zeggen, maar belangrijker is dat we met elkaar vooruitkijken en de juiste focus hebben. Als we niet oppassen, leggen we met alle betrokkenen samen de focus op de verkeerde accenten.
Naar de basis
Laten we terugkeren naar de basis: de gedachte achter PGO's is dat patiënten in ieder geval bij hun eigen data kunnen. De vólgende stap zou dan kunnen zijn dat zij dan ook gegevens gaan terugsturen of meer interactie krijgen met een zorginstelling. Maar zover zijn we nog niet. We moeten de rust terugpakken en zorgen dat de basis staat, voordat we allerlei extra toeters en bellen bedenken.
De huidige onrust komt niet uit de lucht vallen. Er is lange tijd veel lawaai gemaakt over de intrede van de PGO's, waardoor de verwachtingen sky high zijn. En als die verwachtingen niet snel genoeg worden waargemaakt, volgt de teleurstelling. In die fase zitten we nu en daar moeten we zo snel mogelijk weer uit. Er is juist een collectief vertrouwen nodig om verder te komen.
Hoe dan?
De samenwerking tussen zorginstellingen, PGO's en EPD-leveranciers is typisch een ontwikkeling die je niet op de tekentafel kunt ontwerpen. Bij uitdagingen als deze is het essentieel dat je 'de praktijk' de tijd en ruimte geeft. Alleen zo kunnen we ontdekken wat we nog niet samen hadden bedacht. Geef de huidige PGO's in handen van de potentiële gebruikers en laat hen er samen met de zorginstellingen naar kijken en over praten. Richt daarbij de aandacht op wat wél werkt en ontwikkel dat door.
Zelf vergelijk ik de PGO graag met een Zwitsers zakmes. Daar kun je honderd functionaliteiten in stoppen - schaartjes, kurkentrekkers, schroevendraaiers, een kompas, noem maar op - maar als iedereen het mes het allerbelangrijkste vindt, en dat is niet goed geslepen, wil niemand het zakmes gebruiken. Daar moet dus de eerste focus liggen. Pas daarna voeg je er nieuwe tools aan toe, in overleg met de beoogde gebruikers.
De aandacht van veel PGO's gaat nu nog uit naar het weergeven van welke informatie de patiënt uit een zorginstelling ophaalt. Ik hoop dat er in de doorontwikkeling meer focus komt op het slimmer maken van de PGO's. Zodat zij de registraties van de patiënt of over de patiënt benutten om diezelfde patiënt van gezondheidsadvies of tips te voorzien. Daarin zit de grootste winstpotentie.
Niet bang zijn
Om überhaupt zover te komen, moeten we vooral niet te bang zijn. En met we bedoel ik ons als leverancier, maar ook de zorginstellingen, PGO-ontwikkelaars en overheid. Durf te vallen om daarna weer beter op te staan, bijvoorbeeld door campagnes op te zetten om te zien hoe patiënten reageren. Daar kunnen we snel van leren, om vervolgens weer nieuwe campagnes te beginnen. Zo verbeteren we stap voor stap samen het eindresultaat. Wat ik nu nog teveel zie: óf het moet massaal en groot óf we durven niet en houden het klein, waardoor we in een angstige fase blijven hangen.
Mijn advies is: durf stappen te maken binnen een productieomgeving, want PGO's worden niet ineens massaal en optimaal gebruikt. En ja, dan loop je als PGO of zorginstelling het risico dat patiënten daar vragen over stellen. Maar dat is toch niet erg? Innoveren is ook groot denken en klein handelen. Daar hebben we iedereen bij nodig: PGO-ontwikkelaars, zorgprofessionals die door de ruis heen kunnen kijken, EPD-leverancier en patiënten. Maar ook positiviteit, vertrouwen en de juiste focus.
Uiteindelijk gaan patiënten de PGO's pas gebruiken als de zorgprofessionals dit aanraden in hun spreekkamer. Voor die tijd zijn er nog veel stappen te nemen. Het toekomstbeeld is mooi, maar laten we ons eerst richten op wat nú belangrijk is voor de gegevensuitwisseling met patiënten: het optimaliseren van het ophalen van gegevens door de patiënt.
Innovatieconsultant Vincent van den Berg: "Laten we ons eerst richten op wat nú belangrijk is."